Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [10]Wij hebben den Egyptenaar de hand gegeven, [en] den Assyrier, [11]om [met] brood verzadigd te worden. 10. Dat is, wij hebben met de Egyptenaars vrede en verbond gemaakt, hopende door hen te zullen beschermd of verlost worden. 11. Dat is, dat hij ons slechts zoveel geve, dat wij onze hongerige magen mogen verzadigen.